Het hoger beroepsonderwijs zit in zwaar weer. De studentenaantallen lopen snel terug, waardoor er minder geld beschikbaar is. Bij sommige hogescholen betekent dit ook een terugloop in formatie. Tegelijkertijd vragen ontwikkelingen in de samenleving en onze beroepen dat we ons onderwijs innoveren. Onderwijsinnovatie vraagt ook om investering.
We kunnen ons geld en onze tijd maar één keer uitgeven. Met minder mensen moeten we steeds meer (complex) werk verzetten. De vraag is waar onze investering dan naartoe zou moeten gaan? De investering zou denk ik moeten gaan over het vormgeven van duurzame onderwijsinnovatie. Onderwijsinnovatie beoogt namelijk een grote impact te hebben op het gedrag van docenten en studenten, hun beoogde leeropbrengsten en is pas duurzaam als deze verandering onomkeerbaar is. Er is dus bij duurzame onderwijsinnovatie sprake van gedragsverandering van normen en overtuigingen, niet alleen bij docenten maar van iedereen in het systeem. Het gaat om het veranderen van denken en doen (Assen & Van Diggelen, 2024; Genugten, Van der Klink & Van den Akker, 2023).
Bij omvangrijke onderwijsinnovaties is het niet vanzelfsprekend dat ze succesvol zijn. Onderwijsinnovaties gaan geregeld over ingrijpende veranderingen voor alle betrokkenen waarbij de kern van het docentschap ter discussie wordt gesteld. We weten dat de vernieuwkracht toeneemt als docenten met elkaar een plek aan het roer innemen bij het werken aan onderwijsinnovatie. Dat ze zelf collectief verantwoordelijk zijn voor het denken en doen (Kaijen, 2023).
Onderwijsinnovatie is hiermee ook teamwerk. Bij het werken aan onderwijsinnovatie gaat vaak veel aandacht uit naar de onderwijsinnovatie zelf: het ontwerpen en ontwikkelen van nieuw onderwijs. Het bijbehorende teamwerk wordt als vanzelfsprekend beschouwd. Dit levert geregeld allerlei gedoe en ruis op, waarbij er gepraat wordt vanuit individuele behoeftes, belangen en wensen. Hiermee gaat veel veranderenergie verloren. De vernieuwkracht van het team valt of staat met de teamkracht van het team. Teamkracht gaat over het vermogen om nieuwe informatie of andere visies te integreren, impulsen te beheersen die belemmerend zijn voor het geheel en gedrag te vertonen dat functioneel is en bijdraagt aan het doel. Dit met elkaar ontwikkelen vraagt om tijd en aandacht (De Jong, 2021).
Om effectief te kunnen innoveren in het onderwijs, moeten we investeren in de teamkracht van onze organisaties. Dit betekent dat we bewust aandacht besteden aan samenwerking, communicatie en het bouwen van sterke, veerkrachtige teams. Alleen door gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen en effectief samen te werken, kunnen we duurzame en betekenisvolle onderwijsinnovaties realiseren. Vernieuwkracht is immers Teamkracht.
Bronnen
Assen, H. & Van Diggelen, M. (2024). ‘Model toont belang samenwerking in teams bij Design-Based Education’ [opiniestuk, NHLStenden]. Geraadpleegt op 10 juli 2024 van: ‘Model toont belang samenwerking in teams bij Design-Based Education’ – ScienceGuide.
Van Genugten, K.H.P., Van der Klink, M.R. en Van den Akker, J.J.H. (2023). Acht kenmerken van duurzame onderwijsinnovaties, Tijdschrift voor Hoger Onderwijs 41(4), 399–412,DOI: 10.59532/tvho.v41i4.18321
Kaijen, M. (2023). Anders willen, Anders denken, Anders doen. Docenten aan het roer bij onderwijsinnovatie in het hbo. Ten Brink Uitgevers.
De Jong, J. (2021). Competente mensen. Incompetente teams. Handboek voor het interveniëren met impact in samenwerking. Boom.
Geef een reactie