Programmatisch toetsen is ‘hot’ in het hoger beroepsonderwijs. En terecht. Het is een prachtig concept als het gaat om het nemen van robuuste beslissingen en het optimaliseren van het leren door het geven van rijke feedback (Van der Vleuten, Schut & Heeneman, 2018). Programmatisch toetsen is een concept en niet een recept zo sprak Cees van der Vleuten recent tijdens een online Q & A: https://video.han.nl/P2G/Player/Player.aspx?id=cCjdDl. Daar zit meteen de complexiteit als het gaat om de invoering ervan.
De opleiding Ergotherapie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen heeft dit concept omarmt als middel om hun ambities rondom diep en duurzaam leren in het onderwijs te bevorderen. Het is met recht een ware trektocht om programmatisch toetsen goed ingevoerd te krijgen. Het begrijpen van het concept is één ding, maar het vervolgens omzetten naar de praktijk is een andere. Toch kan de opleiding na twee jaar zeggen dat ze bewegen richting een duurzame onderwijsvernieuwing. Dit is nog niet zo eenvoudig. Na het eerste enthousiasme begint het weerbarstige proces van het eigen maken van de vernieuwing. Het besef daalt in dat oude denk- en gedragspatronen niet meer voldoen en dat men opzoek moet gaan naar alternatieven. Dit is voor veel docenten spannend en het ligt op de loer dat men terugvalt op het oude bekende (Walet, van den Hoven, Kolthof, 2010).
Hoe groter zo’n verandering hoe belangrijker het vraagstuk van verduurzamen wordt. Er is tenslotte veel tijd, energie en moeite gestoken in de verandering.
Een verandering is duurzaam als:
- de kenmerken van die verandering zichtbaar zijn in het gedrag van alle medewerkers van de opleiding
- de kans op de terugval in oud gedrag klein is
- er verder geleerd en ontwikkeld wordt (Walet, van den Hoven, Kolthoven, 2010)
Terugkijkend op het proces van de opleiding Ergotherapie zijn enkele succesfactoren te benoemen:
- Het werken en leren vanuit een professionele cultuur
- Onderwijskundig leiderschap
- Kwaliteitsontwikkeling toetsing
Het werken en leren vanuit een professionele cultuur
De opleiding Ergotherapie werkt al geruime tijd volgens de principes van de professionele cultuur. Deze professionele cultuur is verinnerlijkt en zichtbaar bij iedere medewerker. Het werken en leren vanuit de principes van een professionele cultuur (Van Emst, 2012) is een goede voorspeller voor het innoverend vermogen van een opleiding. In een professionele cultuur staat het vormgeven van leerprocessen in de organisatie op individueel, team- en organisatieniveau voorop. Kwaliteit heeft de grootste stem in deze cultuur.
Onderwijskundig leiderschap
De opleiding Ergotherapie gaf mij de mogelijkheid om als onderwijskundig leider de onderwijsinnovatie vorm te geven. Dit heb ik gedaan vanuit het perspectief dat het gedrag en de kwaliteit van de onderwijskundig leider invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs en het leren van de student ook al is dat indirect (Visscher-Voermans, 2018). Een onderwijsinnovatie zoals het invoeren van programmatisch toetsen vraagt om aandacht voor de cultuur, structuur en communicatie in de opleiding. Ook is het essentieel dat een onderwijskundig leider aandacht heeft voor de professionele ontwikkeling van de individuele docent en het team dat voor de uitdaging staat om programmatisch toetsen in te voeren en uit te voeren. Een onderwijskundig leider zet met de medewerkers een koers uit, conceptualiseert onderliggende begrippen en concretiseert deze met betrokkenen naar de onderwijspraktijk. Dit vraagt om begeleiding, coaching en stimuleren van het leren en ontwikkelen van docenten op de koers. Daarbij is het belangrijk om oog en oor te hebben voor de emoties die komen kijken bij leren en veranderen.
Kwaliteitsontwikkeling toetsen
De opleiding Ergotherapie heeft een hoge mate van kwaliteitsbewust zijn. Dat kwam naar voren door deelname aan de methodiek “de toetsing getoetst”: https://www.han.nl/onderzoek/werkveld/projecten/pilot-praktische-methodie/methodiek-in-een-notendop/ (Sluijsmans, Joosten- ten Brinke, Van Schilt-Mol, 2015).
Figuur 1: Toetsweb (Van Schilt-Mol, Sluijsmans, Peters, De Beer & Jakobs, 2016)
In deze methodiek wordt gekeken naar alle factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van toetsen. De kwaliteit wordt bepaald door:
- Activiteiten-georiënteerd: individuele actoren voeren ad-hoc losstaande activiteiten uit
- Proces-georiënteerd: relevante actoren voeren vanuit kortetermijnbeleid activiteiten uit in samenhang
- Systeem-georiënteerd: alle relevante actoren voeren vanuit middellangetermijnbeleid activiteiten uit in samenhang en geïntegreerd in opleidingsprocessen
- Keten-georiënteerd: alle relevante actoren voeren met ketenpartners vanuit middellangetermijnbeleid activiteiten uit in samenhang en geïntegreerd in opleidings- en ketenprocessen
De opleiding scoort op de facetten minimaal systeem-georiënteerd. Dit betekent dat de opleiding in staat is om vanuit overzicht, inzicht en samenhang naar de toetsing te kijken. Een essentiële vaardigheid om tot succesvolle invoering van programmatisch toetsen te komen.
Bronnen:
Sluijsmans, D., Joosten- Ten Brinke, & Van Schilt-Mol, T. (Red.) (2015). Kwaliteit van toetsen onder de loep. Handvatten om de kwaliteit van toetsing in het hoger onderwijs te analyseren, verbeteren borgen. Antwerpen –Apeldoorn: Garant.
Van Schilt- Mol., Sluijsmans, D., Peters, M., De Beer, F., & Jakobs, L. (2016). De touwtjes in handen: toetskwaliteit in het hbo. Onderwijsinnovatie, 14
Van der Vleuten, C., Schut, S., & Heeneman, S. (2018). In D. Sluijsmans, & M. Segers (Red.). (2018).
Toetsrevolutie. Naar een feedbackcultuur in het hoger onderwijs. (pp. 124-136).Culemborg: Uitgeverij Phronese.
Visscher-Voerman, J. I. (2018). Perspectieven op curriculuminnovatie in het hoger onderwijs. Deventer: Saxion Hogeschool
Walet, B. J., Van den Hoven, G. H., & Kolthof, H. (2010). Gaan voor duurzaam resultaat: Over leidinggeven aan schoolontwikkeling. Meppel: Ten Brink
Geef een reactie