Onderwijsinnovatie is van belang voor wendbaar en responsief beroepsonderwijs dat zich aanpast aan de veranderende samenleving. Maar het gaat veel verder dan enkel het aanpassen van een curriculum, de toetsing of het introduceren van nieuwe technologieën. Vaak gaat het over diepgaande veranderingen die iedereen binnen het onderwijssysteem raken- docenten, studenten, ondersteuners, leidinggevende en onze manieren van werken. Dit betekent dat niet alleen het onderwijs zelf, maar ook de mensen, teams en de organisatie mee moeten veranderen (Assen & Van Diggelen, 2024; Genugten, Van der Klink & Van den Akker, 2023). Onderwijsinnovatie is dus meer dan onderwijsontwikkeling. Onderwijsinnovatie is naast onderwijsontwikkeling ook een sociale innovatie. Onderwijsinnovatie is een vorm van sociale innovatie omdat het onze manier van samenwerken en communiceren verandert. Het doorbreekt oude patronen en creëert nieuwe relaties en rollen binnen het onderwijs (Kaijen, 2023). Deze innovatie komt niet als vanzelf tot stand. Hiervoor is systeemontwikkeling nodig.

Figuur 1: Systeemontwikkeling bij onderwijsinnovatie
Onderwijsontwikkeling
Onderwijsontwikkeling vormt de basis voor onderwijsinnovatie, die pas effectief is wanneer deze zichtbaar is in de dagelijkse praktijk. Voor duurzame onderwijsinnovatie is het van belang dat docenten niet alleen als uitvoerders worden gezien, maar ook als medeontwerpers. Het is voor docenten vaak lastig om innovaties die door anderen zijn bedacht goed door te voeren, omdat deze niet altijd aansluiten bij hun eigen inzichten over effectief docentgedrag (Coppoolse, 2018).
Hoewel docenten regelmatig de doelen van de innovatie ondersteunen, vinden zij het in de praktijk moeilijk om deze succesvol te maken en het nieuwe gedrag in hun routines te integreren. Bij onderwijsinnovatie ligt de nadruk vaak op het managen van het proces—wat wanneer opgeleverd moet worden—maar er is meestal weinig aandacht voor de docenten die de innovatie uitvoeren en de benodigde gedragsverandering die daarbij komt kijken (Coppoolse, 2018; Kaijen, 2023).
Professionele ontwikkeling
In het beroepsonderwijs is er vaak een neiging om docenten vooral als uitvoerders te zien. Het denken en beslissen over de onderwijsinnovatie vindt bij andere personen plaats dan het doen. Het nadenken vindt bijvoorbeeld plaats in projectgroepen, curriculumcommissies of zelfs externe partijen die komen met blauwdrukken of adviezen. Wat bij deze werkwijze over het hoofd wordt gezien is dat het denken, het doen stuurt. Het onderwijs kan op papier nog zo goed bedacht zijn, uiteindelijk is het de uitvoering waar het omdraait (Kaijen, 2023; Visscher-Voermans, 2018; Wierdsma & Swieringa, 2017).
Bij duurzame onderwijsinnovatie spelen docenten een centrale rol in het succes ervan. Ze staan zelf aan het roer. Sociale innovatie in het onderwijs houdt in dat docenten niet langer alleen uitvoerders zijn, maar medeontwerpers van nieuwe onderwijspraktijken (Coppoolse, 2018; Kaijen, 2023). Hiermee veranderen communicatie- en interactiepatronen met beleidsmedewerkers en managers. Ze worden actief betrokken bij het proces en dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Hierdoor worden docenten eigenaar van het resultaat. Dit betekent dat ze zelf bijdragen, meedenken, meewegen en meebeslissen. Hiervoor is het belangrijk dat docenten ook over handelingsvermogen beschikken. Het gaat hierbij niet alleen om het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden, maar ook om een grondige reflectie op hun professionele identiteit en overtuigingen (De Jong, 2021; Kaijen, 2023).
Teamontwikkeling
Onderwijsinnovatie vindt steeds vaker plaats in teamverband, waar docenten te maken krijgen met toenemende complexiteit. Innovatie gebeurt op het snijvlak van verschillende contexten: het werkveld, onderwijs, ondersteuning en onderzoek. Door deze diverse contexten zijn niet alleen docenten betrokken bij innovaties, maar ook ondersteuners, onderzoekers, collega’s uit het werkveld en studenten. Studenten spelen een belangrijke rol, omdat onderwijsinnovatie gericht is op het verbeteren van hun leerproces en studiesucces. Dit brengt verschillende perspectieven met zich mee, die op elkaar afgestemd moeten worden. Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen elkaar direct begrijpt (Derksen, 2021; Vanlommel, 2021).
Naast de verschillende perspectieven, brengen onderwijsinnovaties ook uiteenlopende normen, waarden en verwachtingen met zich mee. Dit vraagt van teamleden de vaardigheid om nieuwe inzichten en visies te integreren en effectief samen te werken. Het ontwikkelen van deze vaardigheden kost tijd en vraagt om aandacht (De Jong, 2021; Vanlommel, 2021).
Onderwijsinnovatie is daarnaast een leerproces dat niet alleen individueel, maar ook op teamniveau plaatsvindt. Het veranderen van collectief gedrag is een gedeeld leerproces en leidt tot gezamenlijke bekwaamheid. Individueel leren is hierbij belangrijk, maar niet voldoende. Collectief leren ontstaat wanneer gedragsverandering bij één persoon invloed heeft op het gedrag van anderen en teams hun handelen voortdurend op elkaar afstemmen. Sociale innovatie speelt hierbij een sleutelrol, omdat het niet alleen gaat om de inhoud van het onderwijs, maar ook om de manier waarop teams samenwerken en leren (Wierdsma & Swieringa, 2017).
Organisatieontwikkeling
Onderwijsinnovatie vraagt om aanpassingen in de organisatiestructuur en -cultuur. Het is belangrijk dat de ondersteunende kaders, zoals beleid, infrastructuur en werkprocessen, afgestemd zijn op de veranderingen die nodig zijn voor onderwijsvernieuwing. Organisatieontwikkeling houdt in dat er een cultuur ontstaat waarin zowel docenten, ondersteuners als leidinggevenden verantwoordelijkheid delen voor het innovatieproces. Dit vraagt om een organisatie die zich kan aanpassen aan veranderingen, en waar ruimte is voor het uitproberen van nieuwe ideeën (Kaijen, 2023).
Leiderschap speelt hierin een belangrijke rol. In plaats van alleen top-down aansturing, is er behoefte aan gespreid leiderschap. Hierbij hebben zowel formele leidinggevenden als andere onderwijsprofessionals een rol in het vormgeven van de innovatie. Dit draagt bij aan een gevoel van eigenaarschap en betrokkenheid binnen de organisatie. Om deze ontwikkeling te ondersteunen, is ook aanpassing van de communicatiestructuren nodig. Door dialoog tussen verschillende actoren te bevorderen, kunnen diverse perspectieven worden geïntegreerd in het innovatieproces. Zonder een ondersteunende en lerende organisatiecontext is het moeilijk om blijvende veranderingen in het onderwijs te realiseren (Kaijen, 2023; Van Emst, 1999).
Naar wendbaar en responsief beroepsonderwijs
Onderwijsinnovatie gaat dan ook over veel meer dan alleen het aanpassen van een curriculum, toetsen of lesmethoden. Het is een proces van systeemverandering waarin nieuwe manieren van samenwerken en communiceren centraal staan. Sociale innovatie speelt hierin een sleutelrol: door docenten, teams en organisaties te betrekken bij het innovatieproces, creëren we niet alleen veranderingen, maar ook eigenaarschap en verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen. Dit zorgt ervoor dat onderwijsinnovaties duurzaam en effectief zijn. Sociale innovatie is hierbij de motor die het proces in beweging brengt.
Bronnen
Assen, H. & Van Diggelen, M. (2024). ‘Model toont belang samenwerking in teams bij Design-Based Education’ [opiniestuk, NHLStenden]. Geraadpleegd op 10 juli 2024 van: ‘Model toont belang samenwerking in teams bij Design-Based Education’ – ScienceGuide.
Coppoolse, R. (2018). Werkregels voor innovatiemanagers: Vernieuwing in het hoger beroepsonderwijs in een versnelling. [Proefschrift, Universiteit Utrecht]. Geraadpleegd op 10 mei 2020, van https://www.hu.nl/onderzoek/publicaties/werkregels-voor-innovatiemanagers.
De Jong, J. (2021). Competente mensen. Incompetente teams. Handboek voor het interveniëren met impact in samenwerking. Boom.
Derksen, K. (2021). Goed teamwerk. Hoe teams beter kunnen presteren en floreren. Boom.
Kaijen, M. (2023). Anders willen, Anders denken, Anders doen. Docenten aan het roer bij onderwijsinnovatie in het hbo. Ten Brink.
Van Emst, A. C. (1999). Leidinggeven in onderwijsorganisaties. Utrecht: APS/Edukern.
Van Genugten, K.H.P., Van der Klink, M.R. en Van den Akker, J.J.H. (2023). Acht kenmerken van duurzame onderwijsinnovaties, Tijdschrift voor Hoger Onderwijs 41(4), 399–412, DOI: 10.59532/tvho.v41i4.18321
Vanlommel, K. (2021). Organiseren van complexe verandering in onderwijs. [Openbare les, Hogeschool Utrecht]. Geraadpleegd op 3 maart 2022, van https://www.hu.nl/onderzoek/publicaties/organiseren-van-complexe-verandering-in-onderwijs.
Wierdsma A, & Swieringa, J. (2017). Lerend organiseren en veranderen. (4e druk). Noordhoff Uitgevers.
Geef een reactie